Wisseltje
 

 

Home   

Kinderen  

Poëzie

Overigen   

Sitemap  

 

 

 

Weblog

Leiderschapsite 

Projectmanagementsite 

 

 

 

Verzamelingen

Op de HTS stond Nederlands op het rooster. Onze leraar (ik meen dat zijn naam Simons was) gaf lessen over logica, Popper, e.d. Heel inspirerend.
Ik haalde voor een repetitie een keer een tien, terwijl de meeste klasgenoten niet eens een voldoende haalden.
Mijn proefwerk was overigens toch rood van de correcties. Mijn spelling was erbarmelijk, stond er rood boven. En dat was voor mij weer een katalysator om toch echt eens iets aan mijn spelling te gaan doen.
Maar daar gaat dit stukje niet over.

Toen het proefwerk werd behandeld ontstond er bij een opgave een hele discussie. Er was sprake van het vormgeven van enkele verzamelingen in een diagram. Meerdere klasgenoten hadden dat keurig gedaan op de wijze die ze uit de wiskunde kenden. Ze tekenenden een venn-diagram en wel zo dat alle mogelijke verzamelingen en doorsneden er in voor kwamen. Dat was fout volgens de leraar. Want dat leidde ertoe dat er ook een vakje was waar niets uit de opgave in paste. Dat vakje had er niet mogen zijn. Volgens de leraar. Volgens de wiskundige aanpak moest dat vakje er juist zijn en omvatte het voor deze opgave een lege verzameling.
Mij was in het gebruikte boek "Zindelijk denken"van Prof.dr. A.F.G. van Hoesel al opgevallen dat hij niet de wiskundige benadering hanteerde, maar alleen de aanwezige verzamelingen in zijn diagram opnam en geen lege verzamelingen. Op die wijze had ik dus ook de opgave opgelost.
Kennelijk was het geen van mijn klasgenoten opgevallen dat Van Hoesel anders met venn-diagrammen omging dan wiskundigen. Die medeleerlingen voelden zich benadeelt, zij hadden de opgave immers (wiskundig) juist uitgewerkt. Dat wel. Maar, niet conform de geboden lesstof.
Uitkomst was dat de leraar het met zijn confrater van wiskunde zou bespreken, om te kijken of de anderen er misschien toch een puntje bij zouden krijgen.

Waarom dit stukje?

Voor mij is het een mooi voorbeeld dat willen mensen zich met elkaar verstaan, ze wel moeten zorgen dat ze dezelfde taal spreken. In dit geval de wiskundige taal of die van Van Hoesel. Ik kom zo vaak stukken tegen waarin het onderkennen van de betekenis die de auteur aan bepaalde begrippen toekent, essentieel is om te volgen wat er staat en zeker om er over in discussie te gaan. Even vaak zie ik dat mensen volledig langs elkaar heen praten omdat ze ieder een volkomen andere, maar voor hen volledig evidente, interpretatie van een begrip hanteren.

Oh ja, in de discussie over die opgave bij Nederlands moest ik dit ook naar voren brengen, omdat ook daar iedereen vanuit zijn eigen waarheid sprak.

 

3 november 2012, Berkel en Rodenrijs
 
 

   

              

 

 

 

 

Copyright © 2003 - 2014 Peter Markensteijn. Alle rechten voorbehouden/All rights reserved. 
Herzien/Revised: 20 mei 2013