Wisseltje
 

 

Home   

Kinderen  

Poëzie

Overigen   

Sitemap  

 

 

 

Weblog

Leiderschapsite 

Projectmanagementsite 

 

 

 

Adam´s geheim

Het bedrijf was interessant, oké, maar Adam moest nu nodig plassen. De druk op zijn blaas was in de bus al hoog opgelopen. De rondleiding was voorbij, hij kon zich nu met goed fatsoen wel even afzonderen. Hij vroeg, en de weg naar het toilet werd hem, met enige moeite gewezen.
De hallen waarin ze tot nu hadden gelopen waren helder en overzichtelijk geweest. De gangetjes naar het toilet ontbeerden die overzichtelijkheid volkomen. Hij schoot nogmaals iemand aan om zich de juiste richting te laten wijzen. Tenslotte vond hij de plek en kon eindelijk tot zijn opluchting zijn blaas legen. Zijn lijf ontspande voelbaar.
Al zijn aandacht was op die blaas gericht geweest, alsof hij deze moest dwingen niet vanzelf te gaan spuien. Wellicht was dat de reden waardoor hij uit het toilet komend verkeerd liep. Hij kwam in vreemde ruimten en merkte fout te zijn gelopen. Hij besloot terug te gaan, maar kwam niet waar hij eerder was geweest. Hij begon zich lichtelijk ongerust te maken. Hij opende op goed geluk deuren en weer nieuwe deuren. Hij kwam nog steeds niemand tegen.
Een volgende deur ging krakend en zuchtend open. Een deur die liever gesloten was gebleven, dacht Adam. Hij keek op en zag tot zijn opluchting enkele mannen. Die opluchting verdween op slag door de blik waarmee zij hem aankeken. Ze staakten hun gerommel bij de kisten die er stonden. Adam voelde dat hij hier niet gewenst was, dat hij iets zag dat niet gezien mocht worden. Al zag hij niet wat er dan geheim kon zijn. Dozen. Kisten. Maar, hij… Hij hoorde hier niet, dat was zeker.
Juist toen hij iets wilde zeggen en zijn keel daar niet aan mee wilde werken voelde hij een hand op zijn schouder. Zijn adem stokte. Hij keek opzij en zag een bars gezicht dat hem vertelde dat hij hier werkelijk niet had horen te zijn. Het gezicht sprak. “Bent u de weg kwijt?” en zonder op antwoord te wachten, “Ik zal u naar buiten leiden.”
Alle angst gleed van hem af. Hij werd mee geleid en stond binnen een oogwenk buiten. De man wees hem op de bus bij de andere hoek van de hal. Ertussen lagen sloten en wilde begroeiing.
“Wacht, dit is niet handig. Binnendoor is korter.”
De man nam hem weer mee naar binnen. Natuurlijk ging hij mee. Elke reden tot wantrouwen was Adam intussen kwijt geraakt. Hij was alleen in een stukje van de fabriek geweest dat gesloten was voor bezoekers. Ze begrepen dat hij de weg kwijt was geraakt, dat hij geen kwaad in de zin had.
Op dat moment werd hij heel hard van achteren op het hoofd geslagen. Hij was zich ervan bewust dat hij wegzakte in een hulpeloze stilte. Hij hoorde niets meer, zijn spieren waren afwezig, hij was elke controle over zijn wezen en lichaam kwijt. Alles werd zwart. In een flits overdacht hij nog net wat hem was overkomen. Het was zijn laatste gedachte. “Waarom nam hij me dan eerst mee naar buiten?”

Adam´s collega´s wachtten nog steeds op hem. Enkelen waren al gaan zoeken. In het toilet was hij niet. Iemand van het bedrijf kwam vertellen dat er een man was geweest die de weg kwijt was geraakt, maar dat die allang buitenom en met wat hulp terug was gegaan naar de bus. De collega´s wachtten, maar Adam kwam niet meer. De politie werd gebeld. Die had geen tijd. Er raken heel vaak mensen zoek. Vaak duiken ze na een paar dagen weer op. Zo was Adam niet, zijn collega´s konden het zich niet voorstellen. “Dat dachten bekenden altijd en toch komen ze meestal vanzelf terug”, was het antwoord. Bel nog maar eens als hij over een paar dagen nog niet terug is.

Twee dagen later stelde de politie een nader onderzoek in. Een medewerker van de fabriek melde zich. Hij had Adam naar buiten geleid. Hij had hem gewezen hoe Adam bij de bus moest komen, zei hij en hij had hem nog nagewuifd
De politie doorzocht voor alle zekerheid toch nog de fabriek en de omgeving, inclusief alle sloten. Er werd niets verdachts gevonden.
Een bedrijfsleider van de fabriek liet een videoband uit een veiligheidscamera zien. Duidelijk was te zien hoe iemand vriendelijk de achterdeur werd uitgeleid door een donker geklede man. Beide mannen waren op de rug gefilmd. Ze waren niet direct herkenbaar.
Collega´s zouden later Adam aan zijn kleding en houding op de video identificeren.

 

Bergschenhoek, 15 juli 2002
 
 

   

              

 

 

 

 

Copyright © 2003 - 2014 Peter Markensteijn. Alle rechten voorbehouden/All rights reserved. 
Herzien/Revised: 21 april 2014